Santanu Dey

Brackish Tears

Brackish Tears
Santanu Dey Brackish Tears
In 1947, aan het einde van de Britse koloniale overheersing in India, werd het land gesplitst in twee staten: India en Pakistan. Door deze overhaast getrokken nieuwe grenzen laaiden sluimerende spanningen op. Miljoenen religieuze minderheden migreerden naar India vanuit Oost-Pakistan. In dit jarenlange proces vestigden de hogere kasten zich in verschillende delen van India. De vluchtelingen van de lagere kaste werden verbannen naar onherbergzame kampen in Dandakaranya. In 1977 beloofde de Left Front partij hen een thuis in de Sundarbans. Die belofte werd na de verkiezingswinst snel teruggedraaid, maar duizenden vluchtelingen bouwden op het eiland Marichjhapi toch een gemeenschap op. De staatsregering omsingelde in reactie hierop het eiland met politieboten om hen economisch te isoleren. Op 13 mei 1979 staken de autoriteiten de hele nederzetting in brand, vervolgden duizenden dorpelingen en dumpten hun lichamen in de Raimangalrivier.

Santanu Dey is opgegroeid met de verhalen van trauma en ontheemding waarmee zijn voorouders te maken kregen. In Brackish Tears onderzoekt Dey het bloedbad van Marichjhapi en voert de structuur van geweld rond migratie terug naar de Mahabharata, een oud hindoe-epos. De Mahabharata heeft een duidelijke invloed op de culturele verbeelding van de overheersende religie van het land. In deze tekst steken de Pandavakoningen van de hogere kaste, geholpen door de god Krishna, het Khandava-woud in brand en verbannen ze de inheemse bewoners om de hoofdstad van hun koninkrijk te bouwen. Dey plaatst met zijn project de oude mythe in het licht van de realiteit van nu.

Santanu Dey Brackish Tears